Motorrijden in de bergen

1 februari 2019 - Hue, Vietnam

Hoi lieve lezers,

Vier dagen op motoren door de Vietnamese bergen scheuren. Onze oranje helmpjes trekken achter elkaar aan steeds hoger en dieper het landschap in. De mist hangt onheilspellend tussen de ruige bergen. We laten de laatste cafés en pinautomaten achter ons en rijden ongerepte dorpjes tegemoet, waar men niets weet van toerisme en waar de communistische vlaggetjes fladderend boven de weg gespannen hangen. Vrouwen met zware pakketten hout op hun rug passeren ons. Hout voor het kampvuur, om warm te blijven in deze wintermaanden. Kinderen die spelend langs de weg rennen kijken ons met grote ogen aan en zwaaien dan enthousiast. 
De eerste avond slapen we met een grote groep in een homestay. Zittend op veel te kleine krukjes smikkelen we van de Vietnamese gerechten die we voorgeschoteld krijgen. Naast Vietnamees eten krijgen we ook Vietnamees drinken, namelijk de lokale sterke drank Ricewine (ofwel "happy water"). Dit is blijkbaar gebruikelijk bij het avondeten te drinken en de locals kunnen er dan ook flink wat van. Binnen de kortste keren heeft iedereen teveel gedronken en verandert de dinnerparty in een karaokeparty. De drank hielp ook tegen de kou, want in het simpele hoogland beschikken de mensen niet over centrale verwarming. 
Dag twee en drie hadden de meest indrukwekkende uitzichten. Telkens als we een bocht omgingen kwam er weer een mooier tafareel tevoorschijn. De uitzichten zijn slecht te beschrijven of fotograferen, de enige manier om echt te weten hoe het eruitziet is door de tocht zelf te maken. Toch hebben we erop los gefotografeerd om ook maar een fractie van het daadwerkelijke beeld mee naar huis te nemen. We hadden geluk, want op dag drie brak de zon door en werden onze ijskoude gezichten aangenaam verwarmd. De diepe valleien lichten op in het zonlicht en ver in het dal kronkelt een groene rivier. We wandelen een stukje en bezoeken een grot. De schaterlach van een kindje weerkaatst tegen de hoge bergen. Verder is het stil. Een stukje verderop loopt de weg vlak langs de grens met China. De grens bestaat uit niet veel meer dan een bord en een kapot getrapt draadje prikkeldraad. Natuurlijk moeten we even een paar stappen in China zetten. We beklimmen een toren op het noordelijkste puntje van Vietnam en drinken Vietnamese koffie. We stoppen regelmatig om het uitzicht te bewonderen en even te stretchen. De kou en zadelpijn zijn twee ongemakken die we graag doorstaan voor deze droomvlucht in het echt. 's Avonds drinken we bier, warmen we op bij het kampvuur en wisselen we reisverhalen uit.
Aan het eind van dag vier komen we doodmoe en onderkoelt terug bij het beginpunt. We nemen een warme douche, bestellen pizza en wachten op de nachtbus. Als echte diehard travelers reizen we namelijk direct die avond terug naar Hanoi. In de nachtbus staan stapelbedjes, en als je zo klein bent als ik pas je hier redelijk in. Ik slaap een beetje, maar als we om zes uur 's ochtends de bus uitstappen ben ik toch behoorlijk gaar. We delen een taxi naar het hostel waar we ontbijten en vervolgens nog even terug in bed stappen. Een paar uurtjes later check ik alweer uit en neem ik een taxi naar het vliegveld. Door naar de volgende bestemming: Hué! Dit betekent dat ik mijn maatjes van de afgelopen dagen achter laat en weer alleen verder reis. Doordat ik alleen reis ontmoet ik veel mensen wat heel gezellig is, maar afscheid nemen van die leuke mensen kan soms erg jammer zijn. Ik had ook niet zoveel zin om weer nieuwe vrienden te moeten maken, maar gelukkig kreeg ik een appje van twee meiden die ik eerder had ontmoet op de halongbay cruise dat ze ook richting Hué kwamen. Maar zelfs als je het niet wil ontkom je als solo traveler in een hostel niet aan sociaal contact, en dus ga ik 's avonds uiteten met een Brits meisje uit m'n dorm en twee Australische vrienden van haar. De Australiërs zijn het stereotype "beachboys die vooral bezig zijn met meisjes en feestjes" en dus hou ik het al snel voor gezien en ga ik wat drinken met Jenny en Agatte (van de halongbay cruise) die inmiddels zijn gearriveerd. De volgende dag loop ik Abbey (het Britse meisje uit m'n dorm) weer tegen het lijf. Ze stelt voor een taxi te delen naar het verlaten waterpark en de oude stad. Met z'n vieren (Jenny, Agatte, Abbey en ik) gaan we oppad. Het verlaten waterpark is een bekende attractie onder backpackers, maar het is niet een officiële bezienswaardigheid. Het park is eigenlijk verboden terrein en dus moet je via zijweggetjes erheen klauteren en een bewaker omkopen om binnen te komen. Lekker communistisch ;). Het was de moeite wel waard, want het is een erg coole plek. Er staat een grote leeuwenkop in het midden van een troebel meer, bespoten met graffiti. Je kan naar boven klimmen en uitkijken over de bossen. Even verderop staan drie glijbanen begroeit met planten. Na het waterpark bezoeken we het koninklijk paleis. Het paleis was tijdens de oorlog met de Amerikanen erg beschadigd, maar inmiddels hebben ze het gerenoveerd en is het weer een prachtig complex. De architectuur doet een beetje Chinees aan. Overal staan kleurrijke bloemen en boven ons is de lucht strakblauw. We dwalen wat rond in de mooi versierde gebouwen. Aan het eind van de dag bezoeken we nog een lokale markt in de stad. Alle kraampjes staan pal op elkaar en er is van alles te koop. Net de markthallen in Rotterdam, maar dan de Aziatische versie hahah. 's Avonds gaan we samen uiteten in een gezellige straat vlakbij ons hostel met een heleboel cafés, restaurants en barretjes. 
Ik vond Hué erg verrassend. Veel mensen zeggen dat het er niet zo leuk is en dat je het beter kan overslaan maar de stad was zeker de moeite waard. Wel maar voor een dagje, op 1 februari neem ik de trein verder richting het zuiden. Ik ga naar het stadje Hoi an, waar ik tijdens Vietnamees nieuwjaar zal zijn.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

5 Reacties

  1. Inez:
    1 februari 2019
    Ha motormeid, wat moet dat mooi zijn om zo in die bijzondere bergen te rijden en van adembenemende uitzichten te kunnen genieten. Ja, op een foto komt dat nooit helemaal over, maar je hebt als kijker / lezer wel een idee. Fijn dat je iedere keer weer leuke mensen ontmoet, ook al moet je ook iedere keer weer even afscheid nemen. Kus, mama
  2. Mieke van de Sande:
    1 februari 2019
    Ha Machteld, leuk verhaal weer, vooral die droge humor (lekker communistisch;). Je ziet heel veel zo te horen. Lijkt me wel vermoeiend maar ja, jij bent nog lang geen 60, hè? Geniet ervan! Ingrid en Mieke
  3. Inez:
    2 februari 2019
    Goedemorgen Machteldje, wereldreiziger door de swingende bergen, prachtig geïllustreerd, dank voor zoveel gave foto's. (grotwand!) Ga door met kontakt maken, ontmoet je reizende medemens, voel het leven. Denk aan je nicht Jet, die kan er ook wat van. Wie weet, zie je haar ergens opdoemen. Of is haar -voorlopig- eindpunt Nieuw-zeeland, William/Diny? Machteld, je straalt op de foto's, dank voor je beeldend verslag van swinging Vietnam. Take care, veel liefs, je meereizende vader.
  4. Christien van Helden:
    2 februari 2019
    Ha Machteld, wederom dank voor je boeiende verslag en de prachtige foto's! Je hebt echt zo'n heerlijke schrijfstijl dat je het in een adem uit leest en mee kunt beleven. Wat moet dit alles een fantastische ervaring zijn. Geniet nog even door van de laatste weekjes daar!
    Lieve groet,
    Christien
  5. Bert:
    4 februari 2019
    Hoi Machteld, ik lees je bloeiende verhalen en zie je scherpe waarnemingen. Zie blije jonge mensen aan tafels aan de maaltijd, een vrijheidsteken op de achtergrond. Mooi dat anno 2019 iedereen in vrijheid kan reizen in Vietnam.
    Het was in een andere tijd van leven, Vietnam bloedde in de greep van de masters of war. Hanoi, Hué, Saigon, Da Nang, het Tet-offensief, vernoemd naar de Vietnamese nieuwjaarsdag; de namen hangen als sluiers in m'n herinnering.
    Morgen 5 februari is het weer Tet. Hier ga ik een kaarsje opsteken voor hen, vaak waren het jonge mensen, die het leven lieten op de slagvelden van Vietnam. Ik gedenk hen met een klein gebaar, maar dat maakt niet uit, want: 'every hair is numbered, like every grain of sand'.
    Dank dat je me herinnert